Betekenen - To mean
Infinitief | Infinitive |
te menen, te betekenen, te bedoelen | to mean |
Tegenwoordige tijd | Present |
ik meen | I mean |
jij meent | you mean |
hij / zij meent | he / she / it means |
wij menen | we mean |
jullie menen | you mean |
zij menen | they mean |
Tegenwoordig actieve tijd | Present continuous |
ik ben aan het menen | I am meaning |
Verleden tijd | Past |
Onvoltooid verleden tijd | Simple past |
ik meende | I meant |
Voltooid tegenwoordige tijd | Present perfect tense |
ik heb gemeend | I have meant |
| 2025 Harmen Schoonekamp | contact | Talennet | Webplattegrond |.
" Er komt een tijd dat mensen naar de geschiedenis kijken of een blik werpen op wat oude kranten en zich verbijsterd afvragen - Heeft zó'n wereld echt bestaan? -
A time will come when men will sit with history before them of some old newspapers before them and ask incredulously - Was there ever súch a world? -
"