Lidwoorden - Articles
Definitie van lidwoorden
Lidwoorden geven een bepaling van zelfstandige naamwoorden aan. Zij geven aan dat het hier om een bepaald of om een onbepaald zelfstandig naamwoord gaat. Door het geheel weglaten van lidwoorden wordt uitdrukking gegeven aan een algemeenheid die voor allen geldt, of een ideaal uitdrukt:
De vrouw is mooi
De vrouwen zijn mooi
Een vrouw is mooi
Enkele vrouwen zijn mooi
Vrouwen zijn mooi
Lidwoorden in het Engels
Het Engels kent bepaalde en onbepaalde lidwoorden.
Het bepaald lidwoord
Het bepaalde lidwoord in het Engels is "the". Dit woord verandert niet zoals in veel andere Europese talen naar geslacht of meervoud. Het wordt in het Nederlands vertaald met "de" of "het".
The man - de man
The woman - de vrouw
The men - de mannen
The women - de vrouwen
The house - het huis
The houses - de huizen
Het onbepaald lidwoord
Het Engels kent twee onbepaalde lidwoorden. Eigenlijk is het maar één onbepaald lidwoord dat op twee manieren geschreven wordt om de uitspraak te vergemakkelijken. De onbepaalde lidwoorden zijn "a" en "an". Er zit geen betekenisverschil tussen deze twee lidwoorden, in tegenstelling tot het Duitse "der", "die" en "das" die respectievelijk mannelijkheid, vrouwelijkheid en onzijdigheid aanduiden. Het verschil tussen "a" en "an" is dat 'a' geplaatst wordt voor een woord dat met een medeklinker begint, en 'an' voor een woord dat met een klinker begint. Zo wordt de uitspraak vergemakkelijkt. Voor woorden die met een klinker beginnen maar uitgesproken worden alsof ze met een medeklinker beginnen geldt dat je ook 'a' gebruikt, en niet 'an".
Voorbeelden:
A car - een auto
A man - een man
A woman - een vrouw
A rabbit - een konijn
An eye - een oog
An uncle - een oom
An aunt - een tante
A university (want je zegt joenivursitie) - een universiteit
A universe (want je zegt joenivurs) - een universum
| 2024 Harmen Schoonekamp | contact | Talennet | Webplattegrond |.
"De kracht van een beschaving ligt niet in het vermogen oorlogen te voeren, maar in het vermogen deze te voorkomen.
The strength of a civilization is not measured by its ability to fight wars, but rather by its ability to prevent them.
"