Ruiken - To smell
Infinitief | Infinitive |
te ruiken, te rieken, te stinken | to smell |
Tegenwoordige tijd | Present |
ik ruik | I smell |
jij ruikt | you smell |
hij / zij / het ruikt | he / she / it smells |
wij ruiken | we smell |
jullie ruiken | you smell |
zij ruiken | they smell |
Tegenwoordig actieve tijd | Present continuous |
ik ben aan het ruiken | I am smelling |
Verleden tijd | Past |
Onvoltooid verleden tijd | Simple past |
ik rook | I smelt / smelled |
Voltooid tegenwoordige tijd | Present perfect tense |
ik heb geroken | I have smelt / smelled |
| 2025 Harmen Schoonekamp | contact | Talennet | Webplattegrond |.
" Er komt een tijd dat mensen naar de geschiedenis kijken of een blik werpen op wat oude kranten en zich verbijsterd afvragen - Heeft zó'n wereld echt bestaan? -
A time will come when men will sit with history before them of some old newspapers before them and ask incredulously - Was there ever súch a world? -
"