Vangen - To catch
Infinitief | Infinitive |
te vangen te halen (van bus, trein, vliegtuig) te betrappen |
to catch |
Tegenwoordige tijd | Present |
ik vang | I catch |
jij vangt | you catch |
hij / zij / het vangt | he / she / it catches |
wij vangen | we catch |
jullie vangen | you catch |
zij vangen | they catch |
Tegenwoordig actieve tijd | Present continuous |
ik ben aan het vangen | I am catching |
Verleden tijd | Past |
Onvoltooid verleden tijd | Simple past |
ik ving | I caught |
Voltooid tegenwoordige tijd | Present perfect tense |
ik heb / ben gevangen | I have / am caught |
| 2025 Harmen Schoonekamp | contact | Talennet | Webplattegrond |.
" Er komt een tijd dat mensen naar de geschiedenis kijken of een blik werpen op wat oude kranten en zich verbijsterd afvragen - Heeft zó'n wereld echt bestaan? -
A time will come when men will sit with history before them of some old newspapers before them and ask incredulously - Was there ever súch a world? -
"